Sinds eeuwen vormen vendel en trom vertrouwde beelden in optochten en bij feesten. Trom en vendel vormen een eenheid. De trom was en is ook vandaag het basisinstrument bij elke muzikale begeleiding. Het is en blijft een traditie, een echte brok volkscultuur.
Met haar zware sonore klank zorgde de trom tevens voor een sterk ritmische begeleiding voor de vroegere opstappende legereenheden en schuttersgilden.
In de 15de , 16de en 17de eeuw tonen meerdere prenten de nauwe relatie tussen vlaggenspel en muziek, tussen de vaandelzwaaier en de speelmannen. ‘Het spel met het vliegend vaandel’ werd begeleid met trommen en fluiten. Volgens oude bronnen dirigeerde de vendelier met verschillende signalen van zijn vendel de korpsmuzikanten. Het behoorde trouwens tot zijn taak de muzikanten aan te werven. Een aantal voorbeelden die de nauwe relatie aantonen:
- In een verslag over de Grote Gildefeesten te Gent in 1439-1440 staat geschreven dat de gilden destijds met trompetten, pipen en bosinen (bazuinen), en vanzelfsprekend ook met trommen, naar Gent trokken.
- In het Museum van Oude Schilderijen te Brussel hangt het doek ‘De Marktdag’ van Joachim Beuckelaer (°1534-ca. 1574) uit Antwerpen. Hierop is een vendelier afgebeeld voorafgegaan door een tamboer en een fluitspeler.
- In 1594 tekende de Leuvense stadsklerk Willem Boonen de hoofdgilden van Leuven die eveneens met vaandels en trommen waren uitgerust.
- De kopergravure die de omslag siert van het ‘Neu Künstlich Fahnenbüchlein’ bevestigt de nauwe relatie; zowel fluitist, tamboer en vendelier zijn in de gravure verwerkt. Dit werk werd in 1614 samengesteld door Johan Renner en Sebastian Heussler. Het is tevens de oudst gekende publicatie over het vendelzwaaien.
Voor meer gedetailleerde informatie over het roffelen, raadpleeg ‘Roffelen’-pagina hier.
Voor meer gedetailleerde informatie over het vendelen, raadpleeg ‘Vendelen’-pagina hier.